top of page

Statuten ELSA Utrecht

​Available in English at request.  Mail to: secgen.utrecht@nl.elsa.org

Artikel 1: Begrip ELSA Utrecht

1. De vereniging draagt de naam: The European Law Students’ Association Utrecht.

2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.

3. De verkorte naam van de vereniging is ELSA Utrecht.

4. De vereniging is aangesloten bij de vereniging: ELSA the Netherlands, statutair gevestigd te Amsterdam, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40537242.

 

Artikel 2: Doelen

1. Het doel van de vereniging is:

het bevorderen en ontwikkelen van wederzijds begrip en samenwerking en het tot stand brengen van persoonlijke contacten tussen studenten in de rechtsgeleerdheid en jonge juristen uit verschillende landen, een en ander in overeenstemming met de doelstellingen van de vereniging ELSA, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Brussel (België), ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40538466.

2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:

a. Het organiseren van activiteiten ten behoeve van haar leden en de leden van de overige ELSA-organisaties in Nederland en daarbuiten, zoals:

i. Het deelnemen aan het “Student Trainee Exchange Programme”;

ii. Het organiseren van “Academic Activities”;

iii. Het organiseren van “Seminars & Conferences”;

b. In samenwerking en overleg met de overige in Nederland gevestigde ELSA-verenigingen de Nederlandse ELSA-organisatie gestalte geven.

c. In samenwerking en overleg met de overige in Nederland gevestigde ELSA-verenigingen te waarborgen dat voornoemde vereniging ELSA the Netherlands, haar rechten en plichten als lid van de European Law Students’ Association (voornoemde vereniging ELSA) kan uitoefenen en nakomen;

d. Haar leden in de gelegenheid te stellen te participeren in de door haar en andere ELSA-organisaties in Nederland en in de overige ELSA-landen georganiseerde activiteiten.

3. De vereniging streeft niet naar winst ter verdeling onder haar leden.

4. De vereniging is onafhankelijk en niet-politiek.

​

Artikel 3: Termijnen

1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.

2. Het boekjaar van de vereniging is het collegejaar en loopt van één september tot en met éénendertig augustus van elk jaar.

3. Het verenigingsjaar is gelijk aan het boekjaar.

4. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

​

Artikel 4: Ereleden

1. De vereniging kent leden en ereleden.

2. Leden van de vereniging kunnen zijn:

a. studenten, die staan ingeschreven aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht;

b. medewerkers, die verbonden zijn aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht;

3. Zij die zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging kunnen, op voordracht van het bestuur of van drie of meer leden, door de algemene ledenvergadering, met ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, worden benoemd tot erelid.

4. Het bestuur van ELSA Utrecht kan beslissen over toelating van leden die niet verbonden zijn (geweest) aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht.

5. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen of door erfopvolging worden verkregen.

6. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en e-mailadressen van alle leden en ereleden zijn opgenomen.

​

Artikel 5: Beëindiging lidmaatschap

1. Het lidmaatschap eindigt:

a. Door opzegging door het lid.

b. Door opzegging namens de vereniging.

i. dit kan geschieden wanneer het lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;

ii. opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. 

c. Door ontzetting uit het lidmaatschap.

i. deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

ii. Ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het lid zo spoedig mogelijk van het besluit in kennis stelt, met opgave van de redenen.

iii. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering. 

2. Opzegging door het lid of namens de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

3. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

​

Artikel 6: contributie

1. Ieder lid is jaarlijks een contributie verschuldigd. De hoogte van de contributie wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering.

2. Indien de hoogte van de contributie gedurende een verenigingsjaar wordt gewijzigd, zal dit gelden vanaf het eerstvolgende verenigingsjaar; ieder lid heeft het recht om bij verhoging van de jaarlijkse contributie zijn lidmaatschap op te zeggen, zonder inachtneming van de opzegtermijn zoals genoemd in artikel 5.

3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

​

Artikel 7: bestuur

1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste acht natuurlijke personen, die uit hun midden een voorzitter (President), een secretaris (Secretary General) en een penningmeester (Treasurer) aanwijzen.

2. De bestuursleden worden door de algemene ledenvergadering benoemd uit de leden van de vereniging. De algemene ledenvergadering stelt het aantal bestuursleden vast.

3. De benoeming van de bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van een dergelijke bindende voordracht – zijn bevoegd zowel het bestuur als minimaal tien leden tezamen. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.

4. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de leden is vertegenwoordigd.

5. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het vorige lid het bindende karakter van de voordracht te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keuze.

6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

7. Bestuursleden kunnen te allen tijde onder opgaaf van redenen door de algemene ledenvergadering worden geschorst en ontslagen. De algemene ledenvergadering besluit tot schorsing of ontslag met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

8. De schorsing eindigt wanneer de algemene ledenvergadering niet binnen drie maanden daarna tot ontslag heeft besloten. Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de algemene ledenvergadering te verantwoorden en kan zich daarbij door een raadsman doen bijstaan.

9. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van maximaal één verenigingsjaar. Verkiezing van een nieuw bestuur vindt plaats tijdig voor de aanvang van het nieuwe verenigingsjaar. Een persoon die gedurende een verenigingsjaar wordt benoemd, ter vervulling van een vacature, wordt benoemd voor de resterende duur van het lopende verenigingsjaar.

10. Indien het aantal bestuursleden beneden het in lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.

11. Op de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur is het bepaalde in de artikelen 10 tot en met 12 zoveel mogelijk van toepassing.

​

Artikel 8: belasting bestuur

1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.

2. Het bestuur behoeft voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering voor besluiten tot:

a. Het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;

b. Het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen, een bedrag of waarde van vijfduizend euro (€ 5.000,00) te boven gaande;

c. Het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verstrekt;

d. Het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;

e. Het aangaan van dadingen;

f. Het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten;

3. Het bestuur is bevoegd één of meer personen met de titel Director aan te wijzen ter uitvoering van een deel van haar taken.

4. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.

​

Artikel 9:  samenstelling bestuur

1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.

2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan:

a. De voorzitter

b. Twee gezamenlijk handelende bestuurders.

​

Artikel 10

1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben de leden die niet geschorst zijn, de ereleden, de leden van de raad van advies, alsmede degenen, die daartoe door het bestuur en/of de algemene ledenvergadering zijn uitgenodigd. Een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover dan het woord te voeren.

2. Met uitzondering van een geschorst lid heeft ieder lid één stem in de algemene ledenvergadering. Ieder stemgerechtigd lid kan aan een ander stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden.

3. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn zij niet in de vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. Dit besluit kan ook schriftelijk tot stand komen.

4. De voorzitter bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de algemene ledenvergadering worden gehouden.

5. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.

​

Artikel 11

1. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of, bij diens afwezigheid, door zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één van de overige bestuursleden, aan te wijzen door het aanwezige bestuur, als plaatsvervanger op. Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

2. Het door de voorzitter ter algemene ledenvergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

3. Van het ter algemene ledenvergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon. Deze notulen worden in de zelfde of in de eerstvolgende algemene ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.

​

Artikel 12

1. Jaarlijks wordt ten minste één algemene ledenvergadering en wel binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar. In deze algemene ledenvergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene ledenvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid in rechte vorderen van de gezamenlijke bestuurders dat zij deze verplichtingen nakomen.

2. Wordt omtrent de getrouwheid van de stukken bedoeld in het vorige lid aan de algemene ledenvergadering niet overlegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dan benoemt de algemene ledenvergadering, jaarlijks, een commissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken.

3. Het bestuur is verplicht aan de commissie van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.

4. De commissie onderzoekt de in lid 1 en lid 3 bedoelde stukken.

5. Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de commissie bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan zij zich op kosten van de vereniging door een deskundige doen bijstaan. De commissie brengt aan de algemene ledenvergadering verslag van haar bevindingen uit. Dit wordt te allen tijde overlegd met het bestuur.

​

Artikel 13

1. Algemene ledenvergaderingen worden door het bestuur bijeengeroepen zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt of daartoe op grond van de wet verplicht is.

2. Op schriftelijk verzoek ten minste één/tiende gedeelte van de stemgerechtigde leden is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering, te houden binnen vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene ledenvergadering overgaan op de wijze als in lid 3 bepaald of door middel van een advertentie in een veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.

3. De bijeenroeping van de algemene ledenvergadering geschiedt door schriftelijk mededeling aan de stemgerechtigden op een termijn van ten minste zeven dagen. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

​

Artikel 14

1. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot de instelling van een raad van advies, bestaande uit minimaal twee en maximaal zeven (oud)leden van de vereniging. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen, adressen en e-mailadressen van de leden van de raad van advies zijn opgenomen.

2. De algemene vergadering is bevoegd om de leden van de raad van advies te benoemen, te schorsen, te ontslaan en om de raad van advies op te heffen.

3. Benoeming, ontslag en schorsing van de leden van de raad van advies geschiedt op voordracht van het bestuur of minimaal tien leden.

4. De raad van advies wijst aan het begin van elk boekjaar uit zijn leden zijn voorzitter aan. Deze benoeming wordt bij de eerste algemene vergadering van het verenigingsjaar aan de leden bekend gemaakt.

5. De raad van advies wordt aangesteld voor maximaal één verenigingsjaar.

6. De raad van advies heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het bestuur over alle aangelegenheden de vereniging betreffende. De raad van advies brengt verslag uit aan de algemene vergadering tijdens de algemene vergadering.

7. Al hetgeen de raad van advies verder betreft kan zo nodig door het bestuur nader worden geregeld bij huishoudelijk reglement.

8. Een lid van de raad van advies defungeert:

a. Door zijn dood;

b. Door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;

c. Door zijn aftreden;

d. Door zijn ontslag;

e. Door zijn toetreding tot het bestuur van de vereniging.

​

Artikel 15

1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben door een besluit van de algemene ledenvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

2. Zij, die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na de afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.

3. Tot wijziging van de statuten kan door de algemene ledenvergadering slechts worden besloten met een meerderheid van ten minste tachtig procent van het aantal uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden.

4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder van de bestuursleden is bevoegd de akte van statutenwijziging te doen verlijden.

5. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is niet van toepassing, indien in de algemene ledenvergadering alle stemgerechtigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.

6. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden register.

​

Artikel 16

1. Het bepaalde in artikel 16 leden 1, 2, 3 en 5 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de algemene ledenvergadering tot ontbinding van de vereniging.

2. De algemene ledenvergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo. In alle gevallen dient een eventueel batig liquidatiesaldo te worden besteed ten behoeve van:

a. Voornoemde vereniging ELSA the Netherlands, of;

b. Voornoemde vereniging ELSA, of;

c. Een algemene beogende instelling met een soortgelijke doelomschrijving of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die van een soortgelijke doelstelling heeft.

3. De vereffening geschiedt door het bestuur.

4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.

5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.

6. De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten worden bewaard gedurende tien jaren na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaars als zodanig is aangewezen.

​

Artikel 17

1. De algemene ledenvergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.

2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet, openbare orde, goede zeden of met hetgeen in deze statuten staat vermeld. Staan deze bepalingen wel in het reglement, zijn deze ongeldig.

3. Op besluiten tot vaststelling en tot toewijzing van een reglement is het bepaalde in artikel 15 lid 1, 2 en 5 van overeenkomstige toepassing.

​

Artikel 18

1. Aan de algemene ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

2. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.

3. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.

bottom of page